karikaturaal
Grote neuzen, slungelige lichamen, puntige kinnen en overdreven blikken. Zulke karikaturale trekken komen in de laat-19de-eeuwse prentkunst veelvuldig voor.
Door bepaalde fysieke kenmerken uit te vergroten en overige details weg te laten, verhoogden prentkunstenaars de herkenbaarheid van het afgebeelde individu of type.
Ook gaven zij zo hun werk een humoristische of maatschappijkritische lading en creëerden zij een krachtige moderne stijl, die zich afzette tegen de gevestigde schoonheidsidealen.
-
Karikatuur in Frankrijk
De karikatuur als satirisch commentaar op politiek en maatschappij was in de vroege 19de eeuw razend populair.
De kunstenaar Honoré Daumier had het genre tot grote hoogte gebracht en er verschenen tal van tijdschriften met karikaturale illustraties.
De stijl van Daumier was een onuitputtelijke bron van inspiratie voor prentkunstenaars in het fin de siècle, die vaak ook als illustrator werkten, zoals Henri-Gabriel Ibels.
Zij pasten voor het eerst op grote schaal karikaturale elementen toe in ‘hoge’ kunst.
-
Moderne stijl
De inspiratie voor een karikaturale stijl haalden prentkunstenaars niet alleen uit Frankrijk.
Ook in Japanse houtsneden, die een bepalende rol speelden in de ontwikkeling van de prentkunst in het fin de siècle, komen veel figuren voor met grimassen en in absurde houdingen.
Met name de kunstenaars van de Nabis vertaalden de Japanse manier van overdrijven en stileren in hun weergave van mensen.
Pierre Bonnard was hierin de absolute meester. Zijn personen ogen geestig, plat en decoratief, in één woord: modern.
Verder lezen
Judith Wechsler, A Human Comedy: Physiognomy and Caricature in 19th century Paris, Londen 1982
Judith Wechsler (red.), ‘The Issue of Caricature’, Art Journal 43 (1983), nr. 4
Patricia Eckert Boyer (red.), The Nabis and the Parisian Avant-Garde, New Brunswick 1988