Karikatuur in Frankrijk
De karikatuur als satirisch commentaar op politiek en maatschappij was in de vroege 19de eeuw razend populair. De kunstenaar Honoré Daumier had het genre tot grote hoogte gebracht en er verschenen tal van tijdschriften met karikaturale illustraties.
De stijl van Daumier was een onuitputtelijke bron van inspiratie voor prentkunstenaars in het fin de siècle, die vaak ook als illustrator werkten, zoals Henri-Gabriel Ibels. Zij pasten voor het eerst op grote schaal karikaturale elementen toe in ‘hoge’ kunst.
Moderne stijl
De inspiratie voor een karikaturale stijl haalden prentkunstenaars niet alleen uit Frankrijk. Ook in Japanse houtsneden, die een bepalende rol speelden in de ontwikkeling van de prentkunst in het fin de siècle, komen veel figuren voor met grimassen en in absurde houdingen.
Met name de kunstenaars van de Nabis vertaalden de Japanse manier van overdrijven en stileren in hun weergave van mensen. Pierre Bonnard was hierin de absolute meester. Zijn personen ogen geestig, plat en decoratief, in één woord: modern.

Henri Gabriel Ibels, Ouvrard, 1893

Pierre Bonnard, Grootvaders liedje (La chanson du grande-père) uit de prentenserie Petites scènes familières, 1893

Hermann-Paul, Affiche voor de 17e of 18e tentoonstelling van Salon des Cent bij La Plume (Parijs, januari 1896), 1895
Verder lezen:
- Judith Wechsler, A Human Comedy: Physiognomy and Caricature in 19th century Paris, Londen 1982
- Judith Wechsler (red.), ‘The Issue of Caricature’, Art Journal 43 (1983), nr. 4
- Patricia Eckert Boyer (red.), The Nabis and the Parisian Avant-Garde, New Brunswick 1988