Om je alles over het museum en over Vincent van Gogh nóg beter te kunnen laten zien, gebruiken we cookies. Als je op akkoord klikt, geef je toestemming voor dit gebruik. Met cookies zorgen we ervoor dat de website goed werkt. Ook analyseren we het gebruik van de site, zodat we verbeteringen kunnen aanbrengen. Verder kunnen we advertenties tonen op basis van je interesses. Tot slot gebruiken we cookies om video’s en andere inhoud te tonen, zoals formulieren en Google Maps.
Meer weten? Lees meer over onze cookies.

Ontmoet Vincent

Broederliefde: Vincent & Theo

De grootste ommekeer in het leven van Vincent van Gogh werd in gang gezet door zijn jongere broer Theo. Die raadde Vincent aan kunstenaar te worden. Gaandeweg nam hij ook de rol over van ‘verstandige oudste broer’. Maar waarom bleef Theo Vincent financieren? Was het de vooruitziende blik van de kunsthandelaar? Of toch vooral broederliefde?

Ik heb eigentlijk geen vriend behalve U en als ik beroerd ben zijt gij me altijd in de gedachten


Aan Theo vanuit Den Haag, 22 juli 1883

Allebei in de kunst

Vincent en Theo startten hun carrière allebei bij een internationale kunsthandel: Goupil & Cie. Vincent begon in 1869 in Den Haag, Theo in 1873 in Brussel. Door brieven te schrijven bleven ze van elkaars leven op de hoogte.

Ik ben blij dat we nu beiden in dezelfde zaak zijn. (…) Je moet maar dikwijls naar ’t museum gaan, het is goed dat je ook de oude schilders kent, & als je gelegenheid hebt lees dan over kunst en lees vooral ook de tijdschriften over kunst...


Aan Theo vanuit Den Haag, 19 november 1873

Vincent

Vincent in 1872 op 19-jarige leeftijd

Vincent

Vincent werkte bij kunsthandel Goupil & Cie van 1869 tot aan zijn ontslag in 1876. Eerst in Den Haag, maar later ook in Londen en Parijs. Hij sprak vloeiend Engels en Frans. In zijn brieven gaf Vincent Theo regelmatig advies, op allerlei gebied.

Theo ik moet je toch nog eens recommandeeren om pijpen te gaan rooken…


… vindt maar mooi zooveel je kunt, de meesten vinden niet genoeg mooi.─


Ik heb U aangeraden wat veel uit te gaan maar bevalt U dat niet, doe het dan niet.


Theo

Theo in 1878, op 21-jarige leeftijd

Theo

Theo werkte bij kunsthandel Goupil en Cie vanaf 1873. Eerst in Brussel, later in Parijs. Vanaf 1881 was hij manager van het filiaal aan de Boulevard Montmartre. Hij zou er de rest van zijn leven blijven werken.

Een groot gezin

Het gezin Van Gogh

Een groot gezin

De vader van Vincent en Theo was dominee. Hij en zijn vrouw hadden drie zoons en drie dochters. Vincent en Theo waren de enigen uit het gezin die zich professioneel met kunst gingen bezighouden.

Twaalf ambachten

Met Theo’s carrière bij Goupil ging het goed. Maar Vincent had steeds minder hart voor de zaak. In 1876 werd hij ontslagen en moest hij op zoek naar ander werk.

-laat ons elkander maar tot steun blijven en naar broederliefde zoeken.-


Vincent aan Theo vanuit Dordrecht, 22 - 23 april 1877

Onderwijzer in Ramsgate

Hulponderwijzer in Engeland

Na zijn ontslag bij Goupil werkte Vincent een tijdje in Engeland, als hulponderwijzer en assistent van een dominee. Deze tekening stuurde hij aan Theo, om te laten zien hoe het uitzicht was vanuit zijn werkplek in de badplaats Ramsgate.

Brief van Vincent aan Theo van Gogh vanuit Ramsgate, 17 April 1876

Andere post

Vincent stuurde Theo naast brieven ook allerlei andere dingen: boeken, prenten, chocolade of kleding. En vanuit Engeland, na een strandwandeling: ‘Hierbij een takje zeewier’.

Studeren in Amsterdam

De marinewerf in Amsterdam, waar Vincent inwoonde bij een oom

Studeren in Amsterdam

In 1877 was Vincent van plan dominee te worden. In Amsterdam bereidde hij zich voor op de studie, maar na een jaar gaf hij er de brui aan.

De Bijbel van Vincents vader

De keuze voor het beroep van dominee kwam niet uit de lucht vallen. Al in Parijs hield Vincent zich steeds meer bezig met religie. Zijn brieven aan Theo stonden vaak vol met verwijzingen naar het geloof:

‘à Dieu, jongen, God make ons meer en meer broeders en verbinde ons innig aan elkaar en moge de Liefde tot Hem dien band meer en meer versterken.’

Aan Theo vanuit Isleworth, 3 oktober 1876

Winkelbediende in Dordrecht

De haven en de Grote Kerk van Dordrecht

Winkelbediende in Dordrecht

Na zijn terugkeer uit Engeland werkte Vincent drie maanden in een boekwinkel in Dordrecht.

‘Waarde Theo, De uren die wij zamen waren zijn spoedig om geweest, dat wegje achter het station waar wij de zon zagen ondergaan over de velden, (…) daar zal ik nog wel eens wandelen met de gedachte aan U.’

Vincent aan Theo vanuit Dordrecht, 26 februari 1877

…wij kwamen teregt tot het besluit dat vooreerst het ons doel moet zijn om eene bepaalde betrekking te vinden en een vak waaraan wij ons geheel kunnen toewijden.


Aan Theo vanuit Amsterdam, 3 april 1878

Theo had zijn draai gevonden in de kunsthandel. Vincent besloot prediker te worden. Met zijn toewijding zat het wel goed, maar met zijn carrière wilde het niet lukken.

Evangelist in België

Vincent van Gogh, Cokesfabriek in de Borinage, 1879

Evangelist in België

‘Nu is er in ’t zuiden van Belgie (…) eene streek genaamd Le Borinage alwaar eene eigenaardige bevolking is van arbeiders die in de talrijke steenkolenmijnen werken. (…) Gaarne zou ik wenschen derwaarts te gaan als Evangelist.’

Aan Theo vanuit Laken in België, circa 13 november 1878

Geen contact

Geen contact

Vincent had geen betaald werk en verzorgde zichzelf slecht. Inmiddels had Theo de rol van verstandige, adviserende broer overgenomen. Hij vond dat Vincent een andere baan moest zoeken. Maandenlang hadden de broers geen contact.

Brief van Vincent aan Theo, rond 22 - 24 juni 1880

Waarde Theo,

Ik schrijf je met lichte tegenzin, omdat ik het zo lang niet gedaan heb, en wel om tal van redenen. In zekere zin ben je voor mij een vreemdeling geworden, en ik ben het voor jou ook, misschien wel meer dan je denkt (…) Ik heb in Etten gehoord dat je vijftig francs had gestuurd voor mij; welnu, die heb ik aangenomen. Natuurlijk met tegenzin (…), maar ik zit op een soort dood spoor, in de penarie, wat kan ik anders doen? En ik schrijf je dus om je ervoor te bedanken. (…) weet dat het me goed zal doen als je me schrijft.

Vincent aan Theo vanuit Cuesmes in België, rond 22 - 24 juni 1880

Christus van de kolenmijn

Christus van de kolenmijn

Als prediker in de Borinage leefde Vincent midden tussen de arme mijnwerkers. Zij gaven hem de bijnaam ‘Christus van de kolenmijn’. Vincent gaf zijn bezittingen weg, las voor uit de Bijbel en bezocht zieken. Toch vonden zijn werkgevers hem niet geschikt voor het werk. Zijn proefperiode werd niet verlengd.

‘Krabbelend’ kunstenaar

Vincent worstelde met zijn verlangen nuttig te zijn. Na advies van Theo besloot hij uiteindelijk kunstenaar te worden. In zijn brieven schreef hij hem over zijn leerproces en vroeg hij hem om raad:

‘ik heb er behoefte aan om de tekening van de figuur te bestuderen (…). Wat vind je van de krabbel? Het idee, lijkt je dat goed?’

Vincent aan Theo vanuit Cuesmes in België, 20 augustus 1880

‘Bijna verkoopbaar, maar…’

Brief van Vincent aan Theo, omstreeks 2 maart 1884

‘bijna verkoopbaar, maar…’

Eind 1883 was Vincent weer bij zijn ouders gaan wonen – in Nuenen dit keer. Hij richtte zich op het schilderen van boeren en wevers. Theo vond dat het werk dat Vincent hem stuurde nogal donker van kleur was. Heel anders dan het werk van de moderne schilders uit Parijs. Vincent reageerde:

'(…) ik geloof dat het waar is wat gij zegt, dat mijn werk veel beter moet worden, maar tevens ook dat Uw energie om er wat mee te doen ook wel wat beslister mag worden...'

...Ge hebt nog nooit een enkele van me verkocht – voor veel of voor weinig niet – en het EIGENTLIJK NOG NIET GEPROBEERD. Ge ziet, ik word daar niet boos om – maar – we hoeven nu eenmaal elkaar geen mietje te noemen.


Vincent aan Theo, omstreeks 2 maart 1884

Krabbel

Krabbel

‘Omdat ik denk dat jij liever hebt dat ik iets goed doe dan dat ik niets doe, schrijf ik je hierover en misschien is het een aanleiding om de goede verstandhouding en de genegenheid tussen ons tweeën weer te herstellen en wellicht voor elkaar van nut te zijn.’

Vincent aan Theo vanuit Cuesmes in België, 20 augustus 1880

Vooruit scharrelen

Vooruit scharrelen

In 1881 ging Vincent weer bij zijn ouders wonen, in Etten in Noord-Brabant. Theo was inmiddels manager bij kunsthandel Goupil in Parijs. Hij had een goed salaris, waar hij ook anderen in liet delen:

‘Van Pa hoorde ik dat zonder dat ik hiervan wist gij mij reeds geld gezonden hebt en zoodoende mij krachtdadig helpt om vooruit te scharrelen. Ontvang mijn hartelijken dank daarvoor.’

Vincent aan Theo vanuit Brussel, 2 april 1881

Toch Theo, hoeft ge me niet te sparen als ’t een kwestie is van geld alleen en als gij als vriend en broer maar ietwat sympathie voor ’t werk houdt, verkoopbaar of onverkoopbaar. Als dat ’t geval maar is: dat ik in dit opzigt uw sympathie houden mag, dan kan ’t me bitter weinig schelen (…)


Vincent aan Theo vanuit Den Haag, 22 juli 1883

Ruzie met Pa

Ruzie met Pa

Na een ruzie met zijn vader verliet Vincent met Kerstmis 1881 het ouderlijk huis. Hij huurde een atelier in Den Haag. Theo ondersteunde hem zoveel hij kon, maar stak zijn mening over Vincents gedrag richting hun ouders niet onder stoelen of banken:

‘Waarde Vincent, (…) wat bliksem maakte je zoo kinderachtig & zoo onbeschaamd om op de manier waarop je het aangelegd hebt Pa & Moe het leven bitter & bijna onmogelijk te maken.’

Theo aan Vincent vanuit Parijs, 5 januari 1882

Vincent schreef Theo wat hij van de regels en leefwijze van zijn ouders vond. Hij had geen spijt van zijn vertrek.

‘Houd het mij ten goede dat ik voorloopig maar net doe als of Pa en Moe niet bestaan (…) Toch heb ik schik in mijn leven en vooral dat ik een eigen atelier heb vind ik onuitsprekelijk heerlijk. Wanneer komt ge eens bij me koffij of thee drinken? Ik hoop spoedig. Ge kunt desnoods logeeren ook, wat best en wat gezellig.’

Vincent aan Theo vanuit Den Haag, 8 of 9 januari 1882

Samenleven in Parijs

Theo stelde voor dat Vincent naar Parijs zou komen. Daar kon hij dan kennismaken met de kleurrijke Franse schilderkunst. Maar eerst wilde Theo op zoek naar een groter appartement. Vincent besloot daar niet op te wachten.

Waarde Theo, Neem me niet kwalijk dat ik rechtstreeks gekomen ben. Ik heb er zo lang over nagedacht en ik geloof dat we op deze manier tijd winnen. Ben in het Louvre vanaf 12 uur of eerder, als je wilt. Antwoord s.v.p. om te laten weten hoe laat je in de Salle Carrée kunt zijn.


Vincent aan Theo, Parijs, op of rond 28 februari 1886

Samenleven met Vincent bleek voor Theo niet makkelijk. Volgens hem bestond zijn broer uit twee mensen: de een ‘merveilleus begaafd, fijn en zacht’, de ander ‘eigenlievend en hardvochtig’.

Samen verzamelen

Samen verzamelen

Vincent en Theo verzamelden samen honderden Japanse prenten. Voor Vincent waren ze een belangrijke invloed op zijn werk.

Utagawa Hiroshige, Onverwachte bui op de Grote Brug bij Atake,<br>uit de prentenserie Honderd gezichten op beroemde plaatsen in Edo, 1857

Utagawa Hiroshige, De residentie met de pruimenbomen in Kameido, uit de prentenserie Honderd gezichten op beroemde plaatsen in Edo, 1857

Verbroedering

Vincent van Gogh, Gezicht vanuit Theo's appartement, 1887

Verbroedering

Samenwonen was vaak lastig, maar uiteindelijk kwam het tussen Vincent en Theo weer goed. Vincent had bewondering voor Theo’s werk als handelaar in moderne kunst en Theo zag dat Vincent groeide in zijn werk.

Vincent over Theo

Henri de Toulouse-Lautrec, Portret van Vincent van Gogh, 1887

Vincent over Theo

In een brief aan hun zus Willemien:

‘Als ik Theo niet had dan zou het mij niet mogelijk zijn tot mijn regt te komen met mijn werk…’

Vincent aan Willemien van Gogh, vanuit Parijs, eind oktober 1887

Theo over Vincent

Vincent van Gogh, Kop van een man (vermoedelijk Theo van Gogh), 1887

Theo over Vincent

In een brief aan hun zus Willemien:

‘Het is een zekerheid dat hij een artist is & wat hij nu maakt mag soms niet mooi zijn, maar het komt hem later stellig te pas & dan is het mogelijk subliem & zou het een schande zijn als men hem van zijn regelmatig studeeren afhield. Hoe onpraktisch hij ook wezen mag als hij maar knap wordt komt er stellig een dag dat hij zal beginnen te verkoopen.’

Theo aan Willemien van Gogh, vanuit Parijs, 14 maart 1887

Willemien van Gogh, zus van Vincent en Theo

In dezelfde brief beschreef Theo hoe moeilijk het samenwonen met Vincent was:

‘Er was een tijd dat ik veel van Vincent hield & hij mijn beste vriend was maar dat is nu voorbij. Van zijn kant schijnt het nog erger te zijn want hij verliest geen gelegenheid om mij te doen merken dat hij mij veracht & dat ik hem afkeer inboezem. Dit maakt dat het bij mij t’huis haast onhoudbaar is.’

Naar het zuiden

Begin 1888 had Vincent genoeg gehad van het leven in een grote stad. Hij maakte een treinreis van 750 kilometer naar het zuiden van Frankrijk en liet Theo achter in Parijs:

‘Tijdens de reis heb ik op zijn minst evenveel aan jou gedacht als aan de nieuwe omgeving die ik zag.’

Vincent aan Theo vanuit Arles, 21 februari 1888

Leegte

Theo van Gogh

Leegte

Na Vincents vertrek schreef Theo aan hun zus Willemien dat hij Vincent miste:

‘Toen hij twee jaar geleden hier kwam, dacht ik niet dat wij zoo aan elkaar gehecht zouden worden, want het is mij bepaald eene leegte nu ik weer alleen op het appartement ben.’

Theo aan Willemien vanuit Parijs, 24 en 26 februari 1888

Kunstenaarskolonie

Het was Vincents droom om in Zuid-Frankrijk een kunstenaarskolonie te stichten. In het gele huis in Arles zou hij samen met andere kunstenaars wonen en werken. Uiteindelijk kwam er maar één: Paul Gauguin. Zijn komst werd gefinancierd door Theo.

‘Gauguin komt dus, dat zal je leven flink veranderen. Ik hoop dat jouw poging om van je huis een plek te maken waar kunstenaars zich thuis voelen, zal slagen.’

Theo aan Vincent vanuit Parijs, 19 oktober 1888

Paul Gauguin

Vincent van Gogh, Portret van Gauguin, 1888

Paul Gauguin

Vincent ontving Gauguin met open armen. Het samen werken startte veelbelovend, maar al snel ontstonden er spanningen. Begin december dacht Gauguin er alweer aan om te vertrekken.

‘Gauguin en ik praten veel over Delacroix, Rembrandt, &c. De discussies zijn uiterst geladen, soms hebben we na afloop een hoofd dat zo leeg is als een elektrische batterij na de ontlading.’

Vincent aan Theo vanuit Arles, 17 of 18 december 1888

Harde werker

Harde werker

‘Ik voel zozeer de behoefte om te produceren dat het me geestelijk sloopt en lichamelijk uitput (…) Ik geloof dat er een dag zal komen dat ook ik zal verkopen, maar tegenover jou heb ik zo’n achterstand en ik geef maar uit zonder iets te verdienen. Dat gevoel stemt me soms verdrietig.’

Vincent aan Theo vanuit Arles, circa 25 oktober 1888

Theo’s antwoord:

‘Je hebt het over geld dat je me schuldig bent en dat je me wilt terugbetalen. Daar wil ik niets van weten. Wat ik je toewens, is dat je je nooit zorgen zou hoeven te maken. (…) Je weet niet hoe verdrietig het me stemt als je zegt dat je zo hard heb gewerkt dat je het gevoel hebt niet te hebben geleefd.’

Theo aan Vincent vanuit Parijs, 27 oktober 1888

Vincent van Gogh, De slaapkamer, 1888

Vincent van Gogh, Vissersboten op het strand van Les Saintes-Maries-de-la-Mer, 1888

Vincent van Gogh, De witte boomgaard, 1888

bekijk 'Het gele huis'

Vincent van Gogh, Het Gele Huis (De straat), 1888

Crisis

Op de avond van 23 december 1888 raakte Vincent in een psychische crisis. Hij raakte zo in de war, dat hij zijn linkeroor afsneed. De volgende ochtend stuurde Gauguin Theo een telegram. Die nam de nachttrein naar Arles om Vincent te bezoeken.

Krankzinnig?

Kopie door Schuffenecker van Van Goghs zelfportret met verbonden oor

Krankzinnig?

'Ik heb Vincent gevonden in het ziekenhuis te Arles. Te groote opgewondenheid heeft aan zijn omgeving doen zien dat hij gedurende de laatste dagen de symptomen van de verschrikkelijkste ziekte, waanzinnigheid, in zich had & eene vlaag van fièvre chaude waarin hij zichzelf met een mes gewond heeft was oorzaak, dat hij naar het hospitaal vervoerd werdt. Is hij voor goed krankzinnig?’

Theo aan zijn vriendin Jo Bonger vanuit Parijs, 28 december 1888

Brief van Vincent aan Theo, 2 januari 1889

Vincent vanuit het ziekenhuis:

‘Ik zal nog enkele dagen hier in het hospitaal blijven - ik durf er wel van uit te gaan dat ik daarna heel rustig naar huis zal terugkeren. Nu vraag ik je één ding: je niet ongerust te maken, want dat zou TE VEEL onrust bij mij veroorzaken.’

Vincent aan Theo vanuit Arles, 2 januari 1889

Opgenomen in Saint-Rémy

Vincent verliet het ziekenhuis van Arles in januari 1889. De wond aan zijn oor genas, maar zijn geestelijke gezondheid bleef wankel. Daardoor belandde hij opnieuw in het ziekenhuis. Uit angst voor een nieuwe crisis liet hij zich in mei opnemen in de psychiatrische inrichting Saint-Paul-de-Mausole in Saint-Rémy.

Het stemt me verdrietig dat je nog steeds niet helemaal in orde bent. Hoewel niets in je brief geesteszwakte verraadt, integendeel, maar het feit dat jij het noodzakelijk acht om in een inrichting te gaan is al ernstig genoeg.


Theo aan Vincent vanuit Parijs, 24 april 1889

Theo trouwt

Jo van Gogh - Bonger

Theo trouwt

In april 1889 trouwde Theo met Jo Bonger. Haar eerste brief aan Vincent begon ze met ‘Lieve broer’: ‘(…) hier in huis zijn zoo’n massa dingen die aan je herinneren, als ik een aardig kannetje of vaasje of zoo iets vind dan is het altijd: dat heeft Vincent nog gekocht of dat vond V. zoo aardig – er gaat haast geen dag om dat we niet over je spreken. (…) Boven de piano in onze salon (…) hangt ook een schilderij van je – een groot waar ik heel veel van houd – ’t is een landschap bij Arles.–’ - Jo aan Vincent, 8 mei 1889

Vincent van Gogh, De oogst, 1888

De inrichting

Vincent van Gogh, De tuin van de inrichting, 1889

De inrichting

‘Ik hoop dat je het goed maakt, evenals je vrouw, en dat je een beetje geniet van het mooie weer. Hier schijnt de zon tenminste prachtig. Wat mij betreft, met mijn gezondheid gaat het goed en wat het hoofd betreft, dat zal, laten we hopen, een kwestie zijn van tijd en geduld.’ - Vincent aan Theo, 31 mei – 6 juni 1889

Als het kon, tekende en schilderde Vincent in de relatieve rust van de inrichting stevig verder. Het gemaakte werk stuurde hij, zoals altijd, naar Theo.

Vincent van Gogh, Stenen bank in de tuin van de inrichting, 1889

Vincent van Gogh, Irissen, 1890

Vincent van Gogh, Grote nachtpauwoog, 1889

Gezicht op de Alpilles

Voor zijn neefje

Vincent van Gogh, Amandelbloesem, 1890

Voor zijn neefje

Eind januari 1890 kregen Theo en Jo een zoontje. Ze vernoemden de baby naar zijn oom: Vincent Willem van Gogh. Het nieuws maakte Vincent intens gelukkig. Hij schilderde een groot doek voor zijn neefje: amandeltakken tegen een felblauwe hemel. Een vroegbloeiende boom als symbool van nieuw leven.

Brief van de dokter

Enveloppe van brief van Dr. Peyron aan Theo

Brief van de dokter

‘Waarde Vincent, Dr. Peyron schrijft me dat je weer een aanval van je ziekte hebt. Arme broer, het doet me oneindig veel verdriet dat het niet gaat zoals het zou moeten. (…) Dat is de enige schaduw over ons geluk, want waarde broer, het zware moment is voorbij voor Jo. Zij heeft een mooie jongen op de wereld gezet die veel krijst, maar er gezond uitziet. (…) Zoals we je hebben gezegd, vernoemen we hem naar jou (…).’ - Theo aan Vincent, 31 januari 1890

Waardering

Intussen ontstond in de Parijse kunstwereld aarzelend waardering voor Vincents werk. Theo had tien schilderijen ingestuurd voor de Salon des Indépendants − de jaarlijkse expositie als reactie op de academische Salon.

‘Wat had ik het fijn gevonden als je erbij was geweest op de tentoonstelling van de Indépendants. (…) Je schilderijen hangen mooi en doen het heel goed. Velen hebben me gevraagd je hun complimenten over te brengen.’

Theo aan Vincent vanuit Parijs, 19 maart 1890

Vermelding in de tentoonstellingscatalogus

Vermelding in de tentoonstellingscatalogus

Vincents laatste reis

In mei 1890 verliet Vincent de inrichting in Saint-Rémy. Hij reisde naar het kunstenaarsdorp Auvers-sur-Oise, vlakbij Parijs. Onderweg ging hij langs bij Theo en Jo en zijn nieuwe neefje Vincent Willem.

Dan troonde Theo hem mee naar de slaapkamer, waar het wiegje stond van onze kleine jongen, die naar Vincent genoemd was; zwijgend keken de beide broers naar het rustig slapende kindje − zij hadden beide tranen in de ogen.


Jo van Gogh-Bonger in Brieven aan zijn broeder, 1914

Alles leek ten goede te keren. Vincent genoot van het tekenen en schilderen in de natuur rond Auvers. Hij genoot óók van een bezoek van Theo, Jo en de kleine Vincent Willem, in juni 1890.

Jo en Vincent Willem

Jo en Vincent Willem

Jo en Vincent Willem

Het bezoek van Theo, Jo en zijn neefje Vincent Willem deed Vincent goed. Het was…

‘zó vreedzaam rustig, zó gelukkig, dat niemand zou hebben kunnen vermoeden op hoe tragische wijze ons geluk weinige weken later voor altijd verwoest zou worden.’

Jo van Gogh-Bonger in Brieven aan zijn broeder, 1914

Laatste adres

Auberge Ravoux

Laatste adres

In Auvers nam Vincent zijn intrek in de ‘Auberge Ravoux’. Het werd zijn laatste verblijfplaats. Vanuit deze herberg ging hij op zoek naar onderwerpen voor zijn schilderijen.

Vincent van Gogh, De tuin van Daubigny, 1890

Vincent van Gogh, Boerderij, 1890

Begin juli 1890 ging Vincent nog één keer bij Theo en Jo op bezoek in Parijs. Verslagen keerde hij terug. Theo had problemen op zijn werk en wilde een eigen kunsthandel opzetten. Een gewaagd plan, dat ook gevolgen zou hebben voor Vincents financiële situatie.

Dreigende storm

Vincent van Gogh, Korenveld onder onweerslucht, 1890

Dreigende storm

‘Weer terug hier voelde ook ik me nog erg terneergeslagen en bleef de storm die jullie bedreigt, ook op mij drukken. Wat te doen? (…) Ik was bang – niet heel erg – maar toch wel een beetje – dat ik een bedreiging voor jullie vormde omdat ik op jullie kosten leef – maar de brief van Jo is voor mij het levende bewijs dat jullie heel goed beseffen dat ik van mijn kant net zo hard werk en ploeter als jullie.’

Vincent aan Theo, ca. 10 juli 1890

‘En toen was het gedaan’

Op 27 juli 1890 schoot Vincent zichzelf met een pistool in de borst. Na het bericht van Vincents zelfmoordpoging reisde Theo onmiddellijk af naar Auvers. In de Auberge Ravoux zat hij aan het sterfbed van zijn broer.

Bloed?

Niet verzonden brief van Vincent aan Theo, 23 juli 1890

Bloed?

Deze brief droeg Vincent bij zich toen hij op 27 juli in een korenveld bij Auvers een zelfmoordpoging deed. De vlekken zijn mogelijk bloed, uit de schotwond die hij zichzelf had toegebracht.

(…) – ik zeg je nogmaals dat ik altijd van mening zal zijn dat jij iets anders bent dan een eenvoudige handelaar in Corots, dat jij via mij deel hebt aan de productie zelf van sommige doeken die zelfs in de ontreddering hun kalmte behouden. Want zo staat het met ons en dat is alles of tenminste het belangrijkste wat ik je te zeggen heb op een moment van betrekkelijke crisis.


Niet verzonden brief van Vincent aan Theo, 23 juli 1890

(…) en toen was het gedaan. (…) Ik mis hem zoo, het is alsof alles aan hem doet denken.


Theo aan Jo, 1 augustus 1890

Weer samen

Theo overleed begin 1891 in Utrecht, een half jaar na Vincent. In 1914 bracht zijn vrouw Jo een boek uit met de brieven van Vincent aan Theo. In hetzelfde jaar liet ze Theo herbegraven.

Zij rusten samen op het kleine kerkhof tusschen de korenakkers te Auvers.


Jo van Gogh-Bonger in Brieven aan zijn broeder, 1914

Leer Vincent nog beter kennen

Lees het verhaal en ontdek hoe Van Goghs palet veranderde van donker naar licht

Hoe belangrijk was de natuur voor Vincent van Gogh? Lees het verhaal

Biografie van Vincent

Deel dit verhaal

Facebook (Opent in een nieuw venster) Twitter (Opent in een nieuw venster) Pinterest (Opent in een nieuw venster) E-mail (Opent uw Emailprogramma)
Op de hoogte blijven van nieuwe verhalen? Meld je aan voor de nieuwsbrief
Aanmelden
Verhalen