Om je alles over het museum en over Vincent van Gogh nóg beter te kunnen laten zien, gebruiken we cookies. Als je op akkoord klikt, geef je toestemming voor dit gebruik. Met cookies zorgen we ervoor dat de website goed werkt. Ook analyseren we het gebruik van de site, zodat we verbeteringen kunnen aanbrengen. Verder kunnen we advertenties tonen op basis van je interesses. Tot slot gebruiken we cookies om video’s en andere inhoud te tonen, zoals formulieren en Google Maps.
Meer weten? Lees meer over onze cookies.

Ontmoet
Vincent

Vol hartstochten en dromen

Een van Vincents grootste dromen was het oprichten van een kunstenaarsgemeenschap in het zuiden van Frankrijk. Hij werkte hard om zijn droom waar te maken. Zou het hem lukken?

Gepassioneerd type

Vincent staat bekend als een gepassioneerd kunstenaar met heftige emoties. Als je zijn brieven leest, klopt dat beeld: met overgave schreef hij aan zijn broer Theo over zijn soms wilde plannen. Vaak liepen zijn ambities stuk. Maar Vincent gaf nooit op. Hij herstelde zich en maakte nieuwe plannen.

In de put

Vincent van Gogh, Cokesfabriek in de Borinage, 1879

In de put

In zijn jonge jaren wilde Vincent graag evangelist worden. Toen hij in een arme mijnwerkersstreek verbleef, stortte hij zich in een extreem sober leven. Hij wilde leven zoals de mensen daar.

‘Jij weet bijvoorbeeld wel dat ik vaak mijn uiterlijk heb verwaarloosd. Maar kijk, geld en armoede (…) en diepe teleurstelling hebben daar ook iets mee te maken.’ Hij zat op dat moment diep in de put.

Heftig verliefd

Kee Vos en haar zoon Jan, c. 1881

Heftig verliefd

Vincent werd eens hartstochtelijk verliefd op zijn nicht Kee Vos. Zijn familie vond het ongepast en Kee wees hem af. Maar hij wilde haar en bleef tegen alle adviezen in volhouden. Uiteindelijk moest hij het opgeven. 'Het was een sterke hartstogtelijke liefde die ik voor haar gevoelde', schreef hij later.

Zelfkennis

Vincent van Gogh, Zelfportret met vilthoed, 1886 - 1887

Zelfkennis

Toch had Vincent veel zelfkennis. Hij wist best dat hij soms moeilijk kon zijn en zich mee liet slepen door zijn gevoelens.

‘Het gebeurt me nogal eens dat ik een beetje te snel iets zeg of doe, terwijl het beter zou zijn met meer geduld af te wachten.’

Ze zeggen, en dat geloof ik heel graag, dat het moeilijk is jezelf te kennen, maar het is evenmin eenvoudig jezelf te schilderen.


Aan zijn broer Theo, Saint-Rémy-de-Provence, 5 en 6 september 1889

Ik ben een man van hartstochten, in staat en geneigd om min of meer onzinnige dingen te doen waarvan ik soms wel min of meer spijt heb.


Aan zijn broer Theo, Cuesmes, c. 22 en 24 juni 1880

Ziek en depressief

Vol verwachting was de 33-jarige Vincent in 1886 in Parijs aangekomen. Hij zag veel nieuwe kunst en maakte vrienden onder jonge kunstenaars.

Maar na twee jaar was de stad niet meer zo aantrekkelijk. Vincent vond de kunstwereld te competitief en hij kon slecht tegen de koude winters. Zijn gezondheid verslechterde door zijn levensstijl. Vincent voelde zich ziek en depressief.

Op zoek naar warmte

Het was voor Vincent onmogelijk geworden in de stad te werken. Zo vormde zich een nieuw plan: een plek creëren voor gelijkgestemde kunstenaars in een warmer oord. In februari 1888 stapte Vincent op de trein richting de Provence (Zuid-Frankrijk).

Gezicht van de dood

Vincent van Gogh, Zelfportret als schilder, 1887 - 1888

Gezicht van de dood

Dit zelfportret schilderde Vincent vlak voordat hij Parijs verliet. Vanuit Arles schreef hij zijn zus dat het op ‘Het gezicht van de dood’ leek. Hij was oververmoeid en had last van maagklachten. Het duurde lang voordat hij weer een beetje hersteld was.

Het zijn die vervloekte smerige wijn in Parijs en die vieze vette biefstukken die je dat aandoen – mijn God, ik had een toestand bereikt waarin bij mij het bloed helemaal niet meer stroomde


Vincent aan Émile Bernard, 19 juni 1888

Vrolijkheid

Vincent stapte in het stadje Arles uit de trein. Hij was opgetogen over zijn nieuwe omgeving. Het Zuid-Franse landschap inspireerde hem: de bloesembomen, de wijngaarden en de korenvelden. Hij voelde zich omringd door kleur en schilderde non-stop.

'Ik ben als een bezetene aan het werk, want de bomen staan in bloei en ik wilde een Provençaalse boomgaard maken van een kolossale vrolijkheid.'

Als een cicade

Vincent van Gogh, Drie cicaden, 1889

Als een cicade

Ook in de hete zomermaanden schilderde Vincent onverminderd door. ‘Ik werk zelfs midden op de dag, in de volle zon, zonder enige schaduw, in de korenvelden, en zie, ik geniet ervan als een cicade...’

Perenboom

Vincent van Gogh, Perenboompje in bloei, 1888

Perenboom

In het voorjaar bestelde Vincent een grote hoeveelheid verf via Theo, wel 107 tubes van verschillende kleuren. Hij had haast: 'Stuur me in godsnaam onmiddellijk die verf. Het seizoen van de bloeiende boomgaarden duurt maar zo kort.'

Kleuren en emoties

Vincent schilderde in Arles op de toppen van zijn kunnen. Hij stortte zich als een ware ‘kolorist’ op de expressieve kracht van kleur en maakte gedurfde kleurencombinaties. Hij gebruikte kleur om bepaalde emoties goed uit te drukken.

Hoop

Vincent van Gogh, De roze boomgaard, 1888

Hoop

De eerste bloesems in Arles riepen bij Vincent een gevoel van hoop en vrolijkheid op. 'Een kersenboom tegen een blauwe lucht, de jonge uitlopende blaadjes waren oranje en goudkleurig, de toefjes bloesem wit. Dat tegen het groen-blauw van de lucht was ronduit prachtig.'

Lelijk

Vincent van Gogh, De zoeaaf, 1888

Lelijk

Vincent wilde in Arles graag moderne portretten maken. Kleur was daarbij essentieel om de geportretteerde weer te geven zoals Vincent hem ‘voelde’. Deze ruige en volkse zoeaaf (een Franse infanteriesoldaat met felgekleurd uniform) kreeg daarom schreeuwerige – bijna ‘lelijke’- kleuren: rood, groen en oranje.

Rust

Vincent van Gogh, De slaapkamer, 1888

Rust

In de zomermaanden raakte Vincent oververmoeid van het schilderen. 'Het geval wil dat ik zo uitgeput ben van het werken dat ik ’s avonds (…) als een defecte machine ben.'

Hij schreef dat dit schilderij van zijn slaapkamer ‘rust’ en ‘slaap’ moest uitdrukken. De kleuren lila (nu blauw) en geel moesten daarvoor zorgen.

Onder de blauwe hemel krijgen de oranje, gele, rode vlekken van de bloemen een wonderlijke schittering en in de heldere lucht hangt dat je ne sais quoi van meer geluk en liefde dan in het Noorden.


Aan zijn broer Theo, 8 augustus 1888

Atelier van het Zuiden

Naast het schilderen werkte Van Gogh aan het verwezenlijken van zijn droom van een ‘Atelier van het Zuiden’. Het moest een plek worden waar kunstenaars konden samenwerken en samenleven. Vol passie schreef Vincent hierover aan Theo die het plan moest financieren.

‘Ik zou om tal van redenen een pied-à-terre willen inrichten dat in geval van uitputting kan dienen om die arme Parijse koetspaarden, de arme impressionisten, in de wei te zetten.’

Ups en downs

Vincent van Gogh, Korenveld, 1888

Ups en downs

Na de jubelstemming over zijn verhuizing naar Arles, schoten Vincents emoties soms weer in het negatieve. Hij bleef lichamelijke klachten houden en twijfelde aan zijn eigen kunnen en het succes van het atelier.

Vincent kon zijn twijfels kwijt zijn brieven aan Theo. Lees verder en ontdek welke gedachten hij deelde.

Wat de landschappen betreft begin ik te vinden dat sommige, die sneller zijn gemaakt dan ooit, de beste zijn van wat ik heb gemaakt.


Aan Theo uit Arles, 1 juli 1888

Mijn schildersvingers worden toch soepeler, ook al takelt mijn lijf af. (…) Als de storm van binnen te hevig dreunt, dan drink ik een glas te veel om me te verdoven.


Aan Theo uit Arles, 22 juli 1888

Enfin, hoewel ik hier al een vijftigtal tekeningen of geschilderde studies heb gemaakt, heb ik het gevoel dat ik absoluut niets heb gedaan.


Aan Theo uit Arles, 8 augustus 1888

Het is een tamelijk treurig vooruitzicht om tegen mezelf te moeten zeggen dat het schilderwerk dat ik maak, wellicht nooit enige waarde zal hebben.


Aan Theo uit Arles, 13 augustus 1888

Heel vaak lijkt het me verstandiger naar Gauguin te gaan in plaats van hem het leven hier aan te bevelen; ik ben zo bang dat hij zich er uiteindelijk over zal beklagen dat we hem lastig hebben gevallen.


Aan Theo uit Arles, 13 augustus 1888

Samenleven met Gauguin

Na ongeveer 4 maanden in Arles vond Vincent in een klein, geel geschilderd huisje het ideale kunstenaarshuis. ‘…het huis zal, zo stel ik me voor, van onder tot boven vol hangen met schilderijen.’

In de herfst van 1888 verwelkomde Vincent eindelijk zijn eerste gast in het Gele Huis: de schilder Paul Gauguin.

Helemaal Vincent

Vincent van Gogh, Zonnebloemen, 1889

Helemaal Vincent

In afwachting van Gauguins komst maakte Vincent een hele reeks schilderijen. Hij wilde daar het Gele Huis mee decoreren. In de slaapkamer van Gauguin hing hij schilderijen van zonnebloemen. Gauguin was onder de indruk van de zonnebloemen, die volgens hem ‘helemaal Vincent’ waren.

Ik ben aan het schilderen met het enthousiasme vaneen Marseillaan die bouillabaisse zit te eten, wat je niet zal verwonderen wanneer het gaat om het schilderen van grote zonnebloemen.


Vincent aan Theo uit Arles, 21 of 22 augustus 1888.

Gauguin komt dus, dat zal je leven flink veranderen. Ik hoop dat jouw poging om van je huis een plek te maken waar kunstenaars zich thuis voelen, zal slagen.


Theo aan Vincent vanuit Parijs, 19 oktober, 1888

De eerste barstjes

Door de komst van Gauguin was Vincent vol gespannen verwachting en enthousiaste plannen. Hij noemde Gauguin ‘heel erg interessant en ik heb alle vertrouwen dat wij met hem een massa dingen zullen doen.’

De kunstenaars werkten in het begin gebroederlijk naast elkaar. Maar al gauw verslechterde de situatie. Hun discussies over kunst liepen soms hoog op. De spanningen namen toe.

In de ellende

Vincent van Gogh, De zaaier, 1888

In de ellende

Gauguin spoorde Vincent aan vanuit zijn herinnering te werken. Tegen wil en dank probeerde van Gogh dit, maar hij schilderde liever naar de werkelijkheid.

‘Ik zit momenteel midden in de ellende, studies, studies, studies en dat zal nog wel zo blijven – zo’n wanorde dat ik er wanhopig van word – (…) Af en toe een doek dat voor schilderij door kan gaan zoals de Zaaier.'

Extreem moe

Paul Gauguin, Vincent van Gogh zonnebloemen schilderend, 1888

Extreem moe

Tijdens zijn verblijf in het Gele Huis schilderde Gauguin Vincents portret. Die vond het raak getroffen: ‘Mijn gezicht is alles wel beschouwd sindsdien flink opgeklaard, maar ik ben het echt, extreem moe en gespannen, zoals ik toen was’, schreef Vincent later.

Crisis

Vincent vermoedde dat Gauguin weg wilde. ‘Ik geloof dat Gauguin een beetje teleurgesteld was in de goede stad Arles, in het gele huisje waar wij werken en vooral in mij’ , schreef hij op 11 december.

Op 23 december 1888 kregen zij een heftige woordenwisseling, waarna Vincent, compleet in de war, zijn linkeroor afsneed. Gauguin vertrok spoorslags naar Parijs.

Confrontaties

Het Gele Huis in Arles (rechts), jaren '20

Confrontaties

Het Gele Huis was piepklein. Vanwege het slechte weer werkten de kunstenaars vaak in het kleine atelier op de begane grond. Confrontaties tussen de twee sterke persoonlijkheden waren onvermijdelijk. Vincent hoopte het ‘Atelier van Zuiden’ tot bloei te brengen. Maar Gauguin concludeerde al snel dat Vincent en hij niet samen konden leven, ‘als gevolg van onverenigbaarheid van temperament.’

Heel verschillend

De twee mannen waren heel verschillend. Deze twee stoelen symboliseren dat. Vincent schilderde zijn eigen stoel in het Gele Huis bij daglicht in heldere tinten. Gauguins armstoel schilderde hij in nachtelijke kleuren. Aards tegenover mysterieus.

Vincent van GoghDe stoel van Gauguin, 1888)
Vincent van Gogh, Van Goghs stoel, 1888, National Gallery, Londen

Alleen achtergebleven aan boord van mijn kleine gele huisje – zoals het trouwens wellicht mijn plicht was om daar als laatste achter te blijven –


Vincent aan Paul Gauguin, 21 januari 1889

Tussen angst en hoop

Het afsnijden van zijn oor markeerde het begin van Vincents ziekte. Zijn arts dacht dat Vincent aan epilepsie leed, veroorzaakt door teveel koffie en alcohol en te weinig eten.

Tegenwoordig denken we aan psychotische aanvallen. Al snel volgden meer mentale inzinkingen. Het is hartverscheurend in zijn brieven te lezen hoe Vincent gebukt ging onder angst en twijfel, maar tegelijkertijd hoop probeerde te houden.

Geneesmiddel

Vincent van Gogh, Stilleven rond een bord met uien, 1889, Kröller Müller Museum

Geneesmiddel

‘Ik neem elke dag het geneesmiddel dat de weergaloze [schrijver Charles] Dickens voorschrijft tegen zelfmoord. Dat bestaat uit een glas wijn, een stuk brood en kaas en een pijptabak. Dat is niet ingewikkeld, zul je me zeggen, en je gelooft niet dat de melancholie dichtbij komt, maar bij vlagen…’ schreef Vincent aan zijn zus Willemien uit Arles, mei 1889.

Ziek

Vincent van Gogh, Zelfportret met verbonden oor, 1889, The Samuel Courtauld Trust, The Courtauld Gallery, Londen

Ziek

‘Ik kan niet precies omschrijven wat ik heb, het zijn soms vreselijke angsten – zonder duidelijke oorzaak – of een gevoel van leegte en vermoeidheid… en soms heb ik neerslachtige buien en vreselijke schuldgevoelens’ schreef Vincent aan zijn zus Willemien uit Arles, mei 1889.

De droom spat uiteen

Uiteindelijk kon Vincent een leven alleen in het Gele Huis niet meer aan. Hij moest de verpletterende realiteit van zijn ziekte onder ogen zien, en zijn droom van de kunstenaarsgemeenschap opgeven. In mei 1889 liet Vincent zich vrijwillig opnemen in een psychiatrische inrichting.

De 16 maanden in Arles waren een emotionele achtbaan geweest. Maar ondanks de tragische afloop, bleef Vincent troost en houvast vinden in het schilderen.

Ah, waarde broer, soms weet ik zo goed wat ik wil. Ik kan in het leven en ook bij het schilderen wel zonder God, maar ziek als ik ben, kan ik niet zonder iets wat groter is dan ik, iets wat mijn leven is: scheppingskracht.


Vincent aan zijn broer Theo vanuit Arles, 3 september 1888

Verhalen