stadsleven
Parijs was het natuurlijke domein voor de prentkunstenaar die het moderne leven wilde verbeelden.
De door baron Haussmann ontworpen boulevards, parken en pleinen waren een waar spektakeltheater waar altijd iets te beleven viel en iedereen elkaar begluurde.
De dichter en criticus Charles Baudelaire had al in 1863 in zijn beroemde essay ‘Le Peintre de la vie moderne’ verwoord dat de stad met haar vluchtigheid, beweeglijkheid en tijdelijkheid boven alles het moderne leven vertegenwoordigde.
-
De straat als ontmoetingsplek
De boulevard was de plek waar mensen uit verschillende sociale klassen, die feitelijk in strikt gescheiden werelden leefden, elkaar kruisten.
De burgerman trof hier de prostituee, aristocrate en arbeidster stonden zij aan zij voor de etalage van het warenhuis.
Hermann-Paul verbeeldde in de prent Het uniform een kruispunt waar soldaat en geestelijke, kapitalist en arbeider, man en vrouw en jong en oud elkaar treffen.
Helaas ontmoeten de verschillende typen in hun ‘uniformen’ elkaar niet, ze lopen gejaagd langs elkaar heen, de klok herinnert aan hun haast.
-
Bonnard en het vluchtige moment
Pierre Bonnard maakte elke ochtend een wandeling door Parijs en zoog gretig de vluchtige indrukken van de stad en van de terloopse ontmoetingen op straat in zich op.
Deze fragmentarische beelden werkte hij in zijn atelier uit tot schilderijen en prenten.
Hierin verbeeldde hij niet langer een venster op de werkelijkheid maar een hoogstpersoonlijke poëzie van passerende schimmen, opdoemende visioenen en grote menigtes.
Verder lezen
Charles Baudelaire, Le Peintre de la vie moderne, 1863
Ursula Perucchi-Petri, Die Nabis und das moderne Paris. Bonnard, Vuillard, Vallotton und Toulouse-Lautrec, aus der Sammlung Arthur und Hedy Hahnloser-Bühler und aus Schweizer Museums- und Privatbesitz, Bern 2011
Bridget Alsdorf, ‘Bonnard’s Sidewalk Theater’, Nonsite 14, 2014 nonsite.org